Wat zijn sociale toeslagen?
Wanneer heb je in Vlaanderen recht op een sociale toeslag?
Het Groeipakket ondersteunt gezinnen die het financieel moeilijker hebben met een sociale toeslag. Het bedrag van die toeslag varieert naargelang de gezinsgrootte en het inkomen van de ouders/opvoeders. Of je recht hebt op een sociale toeslag hangt af van je jaarlijkse brutogezinsinkomen. In tegenstelling tot vroeger komen nu dus ook werkende ouders/opvoeders met een laag inkomen in aanmerking voor extra financiële steun.
Wie heeft recht op de sociale toeslag?
Of je nu werkt of niet, een gezin met één of twee inkomens hebt, een alleenwonende student bent of ziek bent: iedereen kan recht hebben op de sociale toeslag, zolang je jaarlijkse brutogezinsinkomen onder de inkomstengrens ligt.
Parentia betaalt deze toeslag automatisch uit op basis van de informatie van de Federale Overheidsdienst Financiën. Zij delen ons namelijk mee of je jaarlijkse bruto belastbare gezinsinkomen van twee jaar geleden al dan niet onder het jaarlijkse grensbedrag ligt.
Krijgen we die informatie ten onrechte niet binnen, is je inkomen gewijzigd of ga je niet akkoord met de bedragen die de Federale Overheid ons heeft meegedeeld, dan kun je zelf bewijzen opsturen om het recht op de toeslag te onderzoeken.
Wat zijn de voorwaarden?
Om na te gaan of je recht hebt op een sociale toeslag kijken we naar het bruto belastbare gezinsinkomen.
Welke beroepsinkomsten tellen mee in de berekening?
Je eigen beroepsinkomsten en/of uitkeringen en die van je partner of de persoon met wie je een feitelijk gezin vormt, tellen mee.
Jullie vormen een feitelijk gezin als jullie:
- samenwonen en gedomicilieerd zijn op hetzelfde adres
- én geen bloed- of aanverwanten zijn tot en met de 3de graad (dus geen ouders, kinderen, broers, zussen, grootouders, ooms, tantes, …)
- én jullie samen het huishouden regelen, hetzij financieel, hetzij op een andere ondersteunende manier.
Wat als je samenwoont met meerdere personen met wie je niet verwant bent tot en met de derde graad?
- de persoon met wie je gehuwd bent
- de andere ouder van het kind
- de persoon met wie je samen een gezinswoning hebt gekocht of gebouwd
- de persoon met wie je samen de kinderen opvoedt
- de persoon met wie je het langst samenwoont
Breng ons altijd op de hoogte wanneer je gezinssituatie wijzigt!
- je alleen gaat wonen
- je trouwt of gaat samenwonen
- er een kind bijkomt in je gezin voor wie je een Groeipakket ontvangt
- een kind dat recht had op een Groeipakket je gezin verlaat
- jij of je partner een inkomensvervangende tegemoetkoming, of een integratietegemoetkoming ontvangt
- jij of je partner een pensioen aansluitend op ziekte-uitkeringen ontvangt
- jij of je partner arbeidsongeschikt is
- jij of je partner uitkeringen voor een arbeidsongeval ontvangt
- je een overlevingspensioen ontvangt
- jij of je partner een leefloon ontvangt.
Welke belastbare beroepsinkomsten en uitkeringen tellen mee bij de berekening van het grensbedrag?
Beroepsinkomsten en uitkeringen in binnen- en buitenland die meetellen:
- Beroepsinkomsten voor werknemers (ook dienstencheques): belastbaar maandinkomen als werknemer. Om de verrekening van maandinkomen naar jaarinkomen te maken en dus ook rekening te houden met je vakantiegeld en je eindejaarspremie, vermenigvuldigen wij je belastbaar maandinkomen met de factor 14/12;
- Beroepsinkomsten voor zelfstandigen: netto-inkomsten als zelfstandige, vermenigvuldigd met de factor 100/80;
- Vervangingsinkomens: uitkeringen voor werkloosheid of na faillissement, uitkeringen voor ziekte of bevallingsrust, uitkeringen voor loopbaanonderbreking of tijdskrediet, uitkeringen voor arbeidsongevallen en voor beroepsziekten, (brug)pensioenen en vergoedingen uit groepsverzekeringen, overlevingspensioen en overgangsuitkering;
- Diverse uitkeringen:
- PWA-cheques;
- Opvanguitkeringen voor onthaalouders betaald door de RVA;
- Verbrekingsvergoedingen: enkel het deel met betrekking tot het jaar van uitbetaling telt mee;
- Achterstallen: enkel het deel met betrekking tot het jaar van uitbetaling telt mee;
- Contractuele vergoedingen uit een groepsverzekering van de werkgever wegens ziekte, invaliditeit of ongeval die een inkomensverlies dekken: enkel de jaarlijkse rente van het lopende jaar telt mee;
- Belastbare uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid of invaliditeit ingevolge een private verzekering voor zelfstandigen en vrije beroepen.
- inkomsten die voortvloeien uit een tewerkstelling bij een Europese of internationale instelling, voor hun totaalbedrag, verminderd met de persoonlijke bijdragen tegen de door hun instelling van internationaal publiek recht verzekerde socialezekerheidsrisico's
- Onderhoudsgeld/alimentatie voor de partner : 80% van de ontvangen onderhoudsgelden (80% van de uitbetaalde onderhoudsgelden mag afgetrokken worden van de gezinsinkomsten)
- Kadastrale inkomsten : inkomsten uit onroerende goederen (KI) vreemd gebruik (dit zijn de onroerende goederen die je niet als gezin of voor je beroep gebruikt (bvb verhuurde panden))
- Leefloon/equivalent leefloon
- Inkomensvervangende tegemoetkomingen.
Beroepsinkomsten en uitkeringen die NIET meetellen:
- Groeipakket;
- Loon en vakantiegeld in het kader van een flexijob;
- Maaltijd- en ecocheques;
- Tegemoetkomingen voor hulp van derden, hulp aan bejaarden, tegemoetkomingen van de Vlaamse zorgverzekering;
- Onkostenvergoedingen voor onthaalouders betaald door Kind en Gezin;
- Forfaitaire vergoedingen voor de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen;
- Achterstallen die betrekking hebben op een vorig jaar;
- Verbrekingsvergoedingen voor volgende jaren en vervroegd vakantiegeld;
- Jobbonus voor werknemers;
- JobbonusPlus voor zelfstandigen.
Hoeveel bedraagt de sociale toeslag?
Het bedrag van de sociale toeslag hangt af van je jaarlijkse gezinsinkomen en van het aantal kinderen in je gezin.
Zijn al je kinderen geboren voor 1 januari 2019?
Ontving je al een toeslag vóór 1 januari 2019, dan behoud je deze sociale toeslag als je jaarlijkse bruto belastbare gezinsinkomen niet meer bedraagt dan € 40.187,19 (bedrag geldig vanaf september 2024 ).
Gezinnen met werkende ouders krijgen vanaf 1 januari 2019 een sociale toeslag als hun jaarlijkse bruto belastbare gezinsinkomen onder de € 40.187,19 (bedrag geldig vanaf september 2024) ligt. De bedragen van de sociale toeslagen zijn dezelfde als die uit het oude systeem.
Nieuw vanaf april 2023: ligt je inkomen tussen € 40.187,19 en € 46.885,06 (bedragen geldig vanaf september 2024) en je hebt 1 of 2 kinderen in je gezin? Dan heb je recht op € 36,41 (bedrag geldig vanaf september 2024) per kind.
De Federale Overheidsdienst Financiën deelt ons mee of je belastbare gezinsinkomsten onder het jaarlijkse grensbedrag ligt. Voor je kinderen die geboren zijn vóór 1 januari 2019, ontvang je nog de oude bedragen, maar er wordt wel rekening gehouden met de nieuwe toekenningsregels (de inkomensgrens).
Jongeren met een eigen adres krijgen vanaf 1 januari 2019 een sociale toeslag als hun jaarlijkse bruto belastbare gezinsinkomen onder de € 40.187,19 (bedrag geldig vanaf september2024) ligt. De bedragen van de sociale toeslagen zijn nog de oude bedragen.
Voor de kinderen geboren voor 2019, is het bedrag van de sociale toeslag gelinkt aan het basisbedrag van het kind en aan enkele specifieke gezinssituaties. Bedragen geldig vanaf september 2024:
Basisbedrag van het kind | Sociale toeslag zonder speciaal statuut | Sociale toeslag in het geval van langdurige arbeidsongeschiktheid | Sociale toeslag als eenoudergezin | Sociale toeslag als eenoudergezin in het geval van langdurige arbeidsongeschiktheid |
---|---|---|---|---|
€ 103,72 | € 68,41 | € 129,19 | € 68,41 | € 129,19 |
€ 191,92 | € 48,33 | € 48,33 | € 48,33 | € 48,33 |
€ 259,49 | € 21,35 | € 21,35 | € 42,00 | € 42,00 |
Wat als je langdurig ziek of arbeidsongeschikt bent?
Heb je in je gezin kinderen die geboren zijn vóór 1 januari 2019, dan kun je nog steeds een sociale toeslag ontvangen voor langdurig zieken of arbeidsongeschikten. Je bent langdurig ziek of arbeidsongeschikt als je meer dan 6 maanden onafgebroken ziek bent.
Een voorbeeld:
Als je ziek bent vanaf 2 februari 2019 en dat nog steeds bent op 3 augustus 2019, dan krijg je het statuut van langdurig zieke. Je gezamenlijke bruto gezinsinkomen is lager dan € 40.187,19 (bedrag geldig vanaf september 2024).
Zijn al je kinderen geboren vanaf 1 januari 2019?
Kinderen geboren vanaf 1 januari 2019 die een Groeipakket krijgen, kunnen vanaf 1 januari 2019 recht hebben op een sociale toeslag als ze in een gezin wonen waarvan het maandelijkse inkomen voor een periode van zes opeenvolgende maanden:
- lager ligt dan € 3.348,93 bruto (bedrag geldig vanaf september 2024). Op jaarbasis mag het gezinsinkomen niet meer bedragen dan € 40.187,19 bruto (bedrag geldig vanaf september 2024)
- tussen € 3.348,93 bruto en € 3.907,08 (bedragen geldig vanaf september 2024) ligt. Op jaarbasis mag het gezinsinkomen niet meer bedragen dan € 40.187,19 bruto en € 46.885,06 (bedragen geldig vanaf september 2024). Deze inkomensgrens is nieuw vanaf april 2023 en geldt enkel voor gezinnen met 1 of 2 kinderen.
- tussen de € 3.348,93 bruto en € 6.299,42 bruto ligt (bedragen geldig vanaf september 2024). Op jaarbasis mag het gezinsinkomen niet meer bedragen dan € 75.593,05 bruto (bedrag geldig vanaf september 2024). Deze inkomensgrens geldt enkel voor gezinnen met drie of meer kinderen.
Aantal kinderen | Gezinsinkomen | Maandelijkse sociale toeslag |
---|---|---|
2 of minder | < € 40.187,19 | € 71,91/kind |
vanaf 3 | < € 40.187,19 | € 105,69/kind |
2 of minder | € 40.187,19 - €46.885,06 | € 36,41/kind |
vanaf 3 | € 40.187,19 - €75.593,05 | € 83,17/kind |
Heb je zowel kinderen die geboren zijn voor als vanaf 1 januari 2019?
Als je al een sociale toeslag vóór 1 januari 2019 ontving, dan behoud je deze sociale toeslag indien je jaarlijks gezinsinkomen onder de € 40.187,19 bruto (bedrag geldig vanaf september 2024) blijft. De Federale Overheidsdienst Financiën deelt ons mee of je jaarlijkse bruto belastbare gezinsinkomsten onder het jaarlijkse grensbedrag liggen. De bedragen van de sociale toeslagen zijn dezelfde als die uit het oude systeem.
Nieuw vanaf april 2023: ligt je jaarlijks gezinsinkomen tussen € 40.187,19 bruto en 46.885,06 (bedragen geldig vanaf september 2024)? Dan hebt je recht op €36,41 per kind en geldt enkel voor gezinnen met 1 of 2 kinderen.
Wanneer krijg je de sociale toeslag?:
- Gezinnen met werkende ouders krijgen een sociale toeslag als hun jaarlijkse gezinsinkomen onder de € 40.187,19 bruto (bedrag geldig vanaf september 2024) ligt.
- Ligt het jaarlijkse inkomen tussen € 40.187,19 bruto en € 46.885,06 bruto (bedragen geldig vanaf september 2024), dan krijg je een sociale toeslag van € 36,41 (bedrag geldig vanaf september 2024) per kind als je één of twee kinderen hebt.
- Als het jaarlijkse inkomen tussen € 40.187,19 bruto en € 75.593,05 bruto ligt (bedragen geldig vanaf januari 2024), krijg je een sociale toeslag als je drie of meer kinderen hebt waarvan minstens één kind het nieuwe basisbedrag van € 180,19 (bedrag geldig vanaf september 2024) ontvangt.
- Jongeren met een eigen adres krijgen een sociale toeslag als hun jaarlijkse gezinsinkomen onder de € 40.187,19 bruto ligt (bedrag geldig vanaf september 2024). De bedragen van de sociale toeslagen zijn dezelfde als die uit het oude systeem.
Heb je kinderen in je gezin die geboren zijn voor 1 januari 2019 én na 1 januari 2019, dan krijg je de bedragen van de oude regeling en de nieuwe regeling. Ook hier hangt het bedrag van de sociale toeslag af van het jaarlijkse bruto belastbare gezinsinkomen en de gezinsgrootte.
Enkele voorbeelden:
Vader en moeder vormen een gezin met 2 kinderen, Stijn geboren op 28 maart 2019 en Leen geboren op 28 oktober 2016. Het gezamenlijke gezinsinkomen bedraagt 26.000,00 EUR. Er is recht op sociale toeslag want het jaarlijkse brutogezinsinkomen ligt lager dan € 40.187,19. (bedragen geldig vanaf september 2024)
Kind | Basisbedrag | Sociale toeslag (geen speciaal statuut) |
---|---|---|
Leen (°28/10/2016) | € 103,72 | € 68,41 |
Stijn (°28/03/2019) | € 180,19 | € 71,91 |
Als hetzelfde gezin met 2 kinderen een gezamenlijk gezinsinkomen heeft dat ligt tussen € 40.187,19 en € 46.885,06, dan heeft het recht op onderstaande bedragen. Deze bedragen zijn geldig vanaf september 2024
Kind | Basisbedrag | Sociale toeslag (geen speciaal statuut) |
---|---|---|
Leen (°28/10/2016) | € 103,72 | € 36,41 |
Stijn (°28/03/2019) | € 180,19 | € 36,41 |
Vader en moeder vormen een gezin met 3 kinderen, Stijn geboren op 28 maart 2019, Leen geboren op 28 oktober 2016 en Luca geboren op 31 mei 2014. Het gezamenlijke gezinsinkomen bedraagt 26.000,00 EUR, en ligt dus onder de grens van 40.187,19. (bedragen geldig vanaf september 2024)
Kind | Basisbedrag | Sociale toeslag (geen speciaal statuut) |
---|---|---|
Luca (°31/05/2014) | € 191,92 | € 48,33 |
Leen (°28/10/2016) | € 103,72 | € 68,41 |
Stijn (°28/03/2019) | € 180,19 | € 105,69 |
Als hetzelfde gezin met 3 kinderen een gezamenlijk gezinsinkomen heeft dat ligt tussen € 40.187,19 en 75.593,05, dan heeft het recht op onderstaande bedragen. (bedragen geldig vanaf september 2024)
Kind | Basisbedrag | Sociale toeslag (geen speciaal statuut) |
---|---|---|
Luca (°31/05/2014) | € 191,92 | € 48,33 |
Leen (°28/10/2016) | € 103,72 | € 68,41 |
Stijn (°28/03/2019) | € 180,19 | € 83,17 |
Hoe aanvragen?
Hoe kun je de sociale toeslag aanvragen?
Als je recht hebt op de sociale toeslag, hoef je zelf helemaal niets te doen. Wij zorgen ervoor dat de toeslag wordt uitbetaald zodra je bent aangesloten bij Parentia. We kijken dan naar je aanslagbiljet van twee jaar geleden (voor de sociale toeslag in 2024 kijken we naar je aanslagbiljet met inkomsten van 2022). Verandert je gezinssituatie in de loop van het jaar? Dan maken wij automatisch een herberekening. Denk er daarom aan om ons elke verandering in je gezinssituatie tijdig mee te delen.
Hoe lang heb je recht op de sociale toeslag?
Het gezinskomen wordt vastgesteld op basis van het aanslagbiljet van twee jaar geleden, voor de duur van één jaar (het toekenningsjaar). Het toekenningsjaar loopt van 1 september tot 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar.
Een voorbeeld:
We betalen de sociale toeslag van 1 september 2024 tot 31 augustus 2025 op basis van het aanslagbiljet met de inkomsten van het jaar 2022.
Wat als je ten onrechte geen sociale toeslag ontvangt?
Ligt je gezinsinkomen boven de inkomstengrens, dan betalen wij geen sociale toeslag. Geen zorgen: op het moment dat we het aanslagbiljet van twee jaar terug binnen krijgen, wordt het recht automatisch herbekeken. Ook wanneer we geen aanslagbiljet hebben ontvangen, betalen we geen sociale toeslag uit.
In beide gevallen kun je ons wel bewijzen bezorgen waaruit blijkt dat je zes opeenvolgende maanden onder het minimumbedrag zat.
Welke bewijsstukken moet je dan meesturen?
- Werknemers: je loonbrief of een attest van de werkgever dat het maandelijkse belastbaar inkomen vermeldt
- Zelfstandigen: een verklaring van de boekhouder of het sociaal verzekeringsfonds die het maandelijkse netto-inkomen vermeldt
- Internationale ambtenaren: je loonbrief of een attest van de werkgever dat het maandelijkse inkomen vermeldt
- Vervangingsinkomens: een attest van de uitbetalingsinstelling dat de maandelijks uitbetaalde bedragen vermeldt
- Geen inkomen: een attest van het OCMW waaruit blijkt dat er geen recht is op een leefloon of een equivalent van het leefloon
We betalen je dan de sociale toeslag tot het einde van het toekenningsjaar waarin je gezinsinkomen onder de minimumgrens ligt.
In 2024 ontvangen we van de belastingdienst (Federale Overheidsdienst Financiën) je belastbare beroepsinkomsten en/of uitkeringen van 2022, verhoogd met de beroepskosten. Als daaruit blijkt dat je gezinsinkomen het grensbedrag niet overschrijdt, betalen we alsnog de sociale toeslag voor die maanden waarvoor je er geen ontving.
Gescheiden ouders?
Ben je voor 2019 al gescheiden, dan verandert er voor jou niets. Verandert je dossier echter van een bijslagtrekkendenkern naar een begunstigdenkern, dan wordt er gekeken naar de verblijfsregeling van het kind om de sociale toeslag te bepalen.
Bij scheidingen na 2019 wordt de sociale toeslag verdeeld naargelang de scheidingsregeling. Als het kind meer dan de helft van de tijd bij één van beide ouders verblijft, dan krijgt alleen die ouder de financiële steun. Bij een gelijke verdeling is de regeling een beetje ingewikkelder, maar geen nood: je Parentia-team zoekt graag voor je uit op welk bedrag elke ouder recht heeft!