Kinderbijslag bij een leerstoornis of autisme, waarop heb je recht?
Autisme is geen leerstoornis
Eerst en vooral is het belangrijk even te verduidelijken wat autisme is. Sommige mensen associëren autisme met een leerstoornis. Dit is niet correct. Autisme is een ontwikkelingsstoornis. Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) denken op een andere manier, hetgeen invloed heeft op het kunnen begrijpen wat een ander denkt en voelt en hoe iets wat zijzelf doen of zeggen, de ander beïnvloedt. Kinderen met autisme verwerken prikkels die via de zintuigen binnenkomen vaak anders dan de meeste kinderen. Hierdoor worden ze door sommige prikkels extra gevoelig. Dit alles brengt vaak een leerstoornis met zich mee. Een leerstoornis is een probleem in het leren van vaardigheden zoals lezen, schrijven, rekenen, spreken, taal en zelfs bewegen (motorische vaardigheden) dat zich voordoet tijdens de prille kinderjaren. Welke leerstoornissen zich kunnen voordoen is verschillend van kind tot kind. Zo kan een kind met autisme lijden aan dyslexie, dyspraxie, dyscalculie maar ook ADHD, ADD of hoogbegaafdheid om er maar een paar te noemen.
Het is uiteraard ook nodig te melden dat leerstoornissen ook los van autisme kunnen voorkomen. Het is niet omdat je kind een leerstoornis heeft, dat we er ook onmiddellijk van uit moeten gaan dat hij of zij ook (een vorm van) autisme heeft.
Bijkomende kosten!
Bij BijlesHuis kun je specifiek vragen naar geschoolde docenten die ervaring hebben met leerstoornissen. Zij begeleiden je zoon of dochter op maat.
Welke hulp komt er vanuit het Groeipakket in Vlaanderen of de kinderbijslag in Brussel en Wallonië?
Vlaanderen
PUNTEN | BEDRAG |
---|---|
4 tot 5 punten (minstens 4 punten in de 1e pijler) | € 90,94 |
6 tot 8 punten (minder dan 4 punten in de 1e pijler) | € 121,11 |
6 tot 8 punten (minstens 4 punten in de 1e pijler) | € 466,54 |
9 tot 11 punten (minder dan 4 punten in de 1e pijler) | € 282,63 |
9 tot 11 punten (minstens 4 punten in de 1e pijler) | € 466,54 |
12 tot 14 punten | € 466,54 |
15 tot 17 punten | € 530,49 |
18 tot 20 punten | € 568,38 |
meer dan 20 punten | € 606,27 |
Brussel
PUNTEN | BEDRAG |
---|---|
4 tot 5 punten (minstens 4 punten in de 1e pijler) | € 102,42 |
6 tot 8 punten (minder dan 4 punten in de 1e pijler) | € 136,39 |
6 tot 8 punten (minstens 4 punten in de 1e pijler) | € 525,38 |
9 tot 11 punten (minder dan 4 punten in de 1e pijler) | € 318,27 |
9 tot 11 punten (minstens 4 punten in de 1e pijler) | € 525,38 |
12 tot 14 punten | € 525,38 |
15 tot 17 punten | € 597,40 |
18 tot 20 punten | € 640,07 |
meer dan 20 punten | € 682,74 |
Wallonië
PUNTEN | BEDRAG |
---|---|
4 tot 5 punten (minstens 4 punten in de 1e pijler) | € 102,41 |
6 tot 8 punten (minder dan 4 punten in de 1e pijler) | € 136,40 |
6 tot 8 punten (minstens 4 punten in de 1e pijler) | € 525,40 |
9 tot 11 punten (minder dan 4 punten in de 1e pijler) | € 318,29 |
9 tot 11 punten (minstens 4 punten in de 1e pijler) | € 525,40 |
12 tot 14 punten | € 525,40 |
15 tot 17 punten | € 597,42 |
18 tot 20 punten | € 640,09 |
meer dan 20 punten | € 682,76 |
Wie heeft recht op deze bijkomende toeslag?
Een arts erkend door Opgroeien (regio Vlaanderen), AVIQ (regio Wallonië) of het FOD Sociale Zekerheid of Iriscare (regio Brussel) oordeelt over de ernst van de aandoening dewelke je kind heeft. Hij baseert zich hiervoor op 3 pijlers, de zogenaamde pijlers van de medisch-sociale schaal.
- Pijler 1: de lichamelijke en geestelijke gevolgen van de aandoening van je kind.
- Pijler 2: de impact van de aandoening op het dagelijks leven van het kind zelf (zijn activiteit en participatie in het gezin en daarbuiten)
- Pijler 3: de impact van de aandoening op het familiale leven (dus ook de impact die het heeft op de gezinsleden en niet enkel op het kind zelf)
Zodra je kind een toekenning krijgt van minstens 4 punten op de eerste pijler of minimum 6 punten op de 3 pijlers samen, heeft hij recht op een bijkomende toeslag. Bovendien heeft een erkend kind onvoorwaardelijk recht op het basisbedrag van het Groeipakket of de kinderbijslag tot de leeftijd van 21 daar waar kinderen zonder erkenning dit recht maar onvoorwaardelijk hebben tot de leeftijd van 18 jaar. Deze toeslag zelf wordt aan erkende kinderen tot de leeftijd van 18 jaar zonder voorwaarden uitbetaald. Tussen de leeftijd van 18 en 21 jaar moet het erkend kind wel aan een aantal voorwaarden qua tewerkstelling voldoen om recht te hebben op deze bijkomende toeslag. Meer gedetailleerde informatie hierover vind je terug op onze pagina aangaande de zorgtoeslag in Vlaanderen of toeslag voor kinderen met een aandoening In Brussel en Wallonië.
Hoe vraag je de zorgtoeslag of toeslag voor kinderen met een aandoening aan?
Tot wanneer kan je deze toeslag krijgen?
Wat na de leeftijd van 21 jaar?
Eens je kind de leeftijd van 21 jaar bereikt heeft, valt de toeslag weg. De overheid voorziet in dat geval (afhankelijk van de ernst van je aandoening) onder bepaalde voorwaarden een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming. Vanaf 1 augustus 2020 kun je deze tegemoetkoming ontvangen vanaf de leeftijd van 18 jaar. De aanvraag tot één van beide tegemoetkomingen kun je dus al doen terwijl je al een zorgtoeslag of toeslag voor kinderen met een aandoening ontvangt. Meer informatie hierover vind je terug op de website van de FOD Sociale Zekerheid, Personen met een handicap. De aanvraag zelf doe je via ‘My Handicap’.
Vond je dit een interessant artikel? Wil je graag nog meer weten over onderwerpen die interessant zijn op administratief vlak? Neem dan zeker ook een kijkje op onze Parentia blog.
Bronnen:
UZA
Zitstil.be
Bereken het bedrag van je Groeipakket in enkele stappen. Begin met 1 kind. Je kunt later andere kinderen toevoegen.
De berekening van het Groeipakket gebeurt op basis van de geboortedatum van je kind én het adres waar je kind woont.